vrijdag 1 januari 2016

Nieuwjaarsdag in de sneeuw - Kyoto



Kyoto, Japan. Het is 1 januari 2015, half 12 in de ochtend en de straten zijn verlaten. Mensen hebben tot diep in de nacht het nieuwe jaar gevierd en velen zijn opgebleven tot de eerste zonsopgang van het jaar - een Japans ritueel. Het was koud en helder vannacht, dus die moet prachtig zijn geweest. Ik werd pas halverwege de ochtend wakker en toen ik op het journaal de beelden zag van de eerste zonnestralen en  opgetogen Japanners, die in hun handen klapten en juichten, voelde ik een steek van spijt dat we dat moment voorbij hadden laten gaan.

Er dwarrelen wat lichte sneeuwvlokjes uit de lucht als we vanuit het hotel richting het keizerlijke paleis lopen. Het paleis ligt in Kyoto Gyoen, een enorm park in het midden van de stad. De keizerlijke familie heeft haar officiële residentie in Tokyo, maar Kyoto was van 794 tot 1868 de hoofdstad van Japan. De stad draagt de meer dan duizend jaren voornaamheid nog steeds met trots en gratie. De tweeduizend Boeddhistische tempels en Shinto-schrijnen1) worden fantastisch onderhouden, al zijn ze soms volledig ingebouwd tussen huizen, kantoren en flats. Maar die lijken te vervagen tot schemerige figuren die op de tempels neerkijken als ouders die waken over hun kinderen. Kyoto koestert haar geschiedenis en in de straten van  Gion - ooit het beroemde en beruchte, maar immer bruisend uitgaanscentrum van de stad - weerklinken tussen de houten huizen nog steeds de klepperende geta 2) van de geisha.
1) Shinto is de oorspronkelijke religie van Japan en wordt gekenmerkt door een groot respect voor de natuur. 2) houten slippers die onder een kimono worden gedragen


De sneeuwvlokken worden dikker. Ik had gelezen dat er sneeuw werd verwacht, maar een echte "ooyuki" -zware sneeuw - zoals vandaag is absoluut zeldzaam. En kijk nu, massieve vlokken vlijen zich op de grond, de daken, de takken en stoppen langzaam maar zeker de stad diep in een dik winters dekbed.

We lopen elke tempel en schrijn die we tegenkomen even in.  Het is wonderbaarlijk hoe je in een gewone straat, met huizen, winkels en auto's, plotseling een houten poort ziet waarachter een totaal andere wereld schuilt. Je bevindt je ineens tussen prachtige oude gebouwen, beelden en bomen als ware je in het oude Japan. We zijn al een aantal dagen in Kyoto en hebben die stap in het verleden al gevoeld. Maar vandaag hangt door de sneeuw overal een magische sfeer, we vallen telkens opnieuw stil door de schoonheid van de omgeving. De bomen, die sowieso al prachtig onderhouden zijn, worden witte kunstwerken en het vermiljoen, de kleur die in veel Shinto-schrijnen wordt gebruikt, lijkt dieper en roder tegen het wit van de sneeuw. Het is niet druk bij de kleine tempels waar wij langskomen, waarschijnlijk in tegenstelling tot de grote complexen in de stad. Iedere Japanner gaat namelijk op 1, 2 of 3 Januari naar een schrijn of tempel om te bidden voor gezondheid en geluk in het nieuwe jaar. Deze traditie heet "hatsumode".

We komen aan bij het park, Kyoto Gyoen. Het paleis is gesloten - je kunt er alleen maar op speciale tijden in - en in het park is geen mens te bekennen als we onder de poort door lopen. Het is stil. De sneeuw, die steeds harder naar beneden komt, eist alle geluiden op. We horen slechts het knerpen ervan onder onze voeten en hier en daar klinkt de schreeuw van een kraai. Heel in de verte zien we iemand met een hond, en een gezin- vader, moeder en twee kinderen, dik ingepakt met mutsen en sjaals - komt ons op de fiets tegemoet. "Happy new year!" roept de man met een onmiskenbaar Australisch accent. Natuurlijk, alleen buitenlandse toeristen gaan uitgebreid fietsen of wandelen op deze dag en in dit weer. We lachen en wensen hen ook een gelukkig nieuwjaar.

We beginnen nat en koud te worden en hebben een enorme trek in koffie, maar elk cafeetje of restaurant dat we zien is gesloten. We waren gewaarschuwd. De eerste drie dagen van het jaar ligt Japan plat. Dat wil zeggen, veel restaurants en winkels zijn dicht en openbaar vervoer heeft een aangepast rooster. De meeste Japanners zijn ook vrij en reizen naar familie om daar "oshogatsu" - nieuwjaar- te vieren. Het is het belangrijkste feest van het jaar, te vergelijken met kerst bij ons. Alleen bij de "konbini", de convenience stores die 24 uur per dag open zijn, zou je verse koffie kunnen halen. Erg handige winkels trouwens, die konbini's, je vindt ze in Japan werkelijk overal en je kunt er van alles krijgen. We zijn er net nog eentje ingelopen om een paraplu te kopen. Maar even rustig zitten en opwarmen met koffie kan je daar nou net niet. 


We lopen het park uit aan de andere kant van waar we er in zijn gegaan en komen uit op één van de grote doorgaande wegen van Kyoto - Karasuma Dori. Het wegdek is wit en de auto's rijden voorzichtig. Aan de overkant zien we iets dat op een restaurant én open lijkt. Het blijkt Palace Side Hotel te zijn. Het interieur van de lobby en het restaurant is retro en sober en de tafel waar we aan zitten is niet echt schoon. Maar het is er lekker warm, er klinkt Japanse muziek en we hebben een mooi zicht op buiten waar de sneeuw nog steeds met bakken naar beneden komt. We genieten van de warme koffie, eten een meer dan smakelijke pizza en wagen ons na een dik uur weer naar buiten. Het schemert al en de wegen worden bijna onbegaanbaar. We lopen naar kasteel Nijo, dat begin 1600 is gebouwd in de tijd dat de machtige shogunfamilie Tokugawa regeerde. Het is al gesloten, maar langs de slotgracht staan we stil om te kijken naar het prachtige bouwwerk en de bomen er om heen, die door de sneeuw lijken te zijn versierd met grote witte kelken.

We zijn vlakbij een metrostation. Lopen we verder of nemen we de metro? Het is al donker en de sneeuw weet van geen ophouden. We besluiten naar het hotel te gaan en wentelen ons in de warmte van het station en de metro. Als we aankomen in het hotel vertelt men dat het zeker zestig jaar geleden is dat er zó veel sneeuw in Kyoto gevallen is. Het was voor ons al een heel bijzondere dag, maar zoals nu blijkt gaat deze nieuwjaarsdag ook de geschiedenisboekjes van Kyoto in. 

vrijdag 27 november 2015

Ueno-park


Een paar weken geleden arriveerde ik op zondagochtend in Tokyo. Had een drukke week voor de boeg en wist niet zeker of ik in de komende dagen wel tijd had om naar Ueno-park te gaan. Dus na een paar uurtjes slaap pakte ik die middag rond 15 uur nog de trein naar mijn favoriete park in Tokyo. Het was een mooie herfstige zondag en het was er, zoals altijd op een mooie zondag, heel erg druk. 
Ueno-park in de namiddag, rond half 5

Het was ook zo'n zondag dat een bonte verzameling van artiesten in het park hun kunsten vertoonde. En er waren veel politieagenten - of parkwachten in uniform - die met lichtgevende Starwars-achtige stokken de orde bewaakten. Of bekeken, kan ook, want er gebeurt relatief weinig onordelijks in Japan.

Ik slenterde langs muzikanten, acrobaten en karikatuurtekenaars richting Starbucks. De Starbucks in Ueno-park is een heerlijke plek. Of eigenlijk moet ik zeggen, het terras van de Starbucks in Ueno-park is een heerlijke plek. En altijd overvol, maar ik had geluk. De rij om koffie te kopen was te overzien én ik vond nog een plekje op het uiteinde van een bankje met links van me een soort tafeltje, als buffer tussen mij en degene naast me. Daar bleef ik zitten, anderhalf uur, twee uur lang. Genietend van de warme koffie en kijkend naar al die mensen die voorbij kwamen, naar de beetje gekke Amerikaanse artiest met een draaiende glazen bol, naar de bomen waarvan de meesten nog groen waren maar waar je de herfstkleuren al hier en daar van kon zien.
Het wordt altijd snel donker in Japan. Niet alleen qua tijdstip, maar vooral qua tempo. Binnen een mum van tijd is de zon verdwenen, zie je de maan schijnen door de bomen en wordt het meteen ook een stuk frisser.

Ueno-park in de namiddag, tegen half 6


Naast me zat een Japans koppel, begin dertig denk ik zo, beiden met een boek en mobiel en zij zaten er al toen ik met een vriendelijk "sumimasen" - neem me niet kwalijk - naast ze kwam zitten. Precies op het moment dat ik dacht "hm, ik begin een beetje te verkleumen hier, laat ik maar even gaan lopen", stonden zij op. De vrouw had eerder voor zichzelf een Starbucks-plaid gepakt en kwam nu met de plaid naar mij. Of ze iets zei weet ik niet meer, maar ze legde die plaid zorgvuldig over mijn schoot en benen. Ik was verbaasd door haar onverwachts gebaar, voelde me zelfs een beetje ongemakkelijk, maar glimlachte en zei "arigatou gozaimasu". Ze glimlachte terug, maakte een lichte buiging en liep met haar man weg. Ik ben nog even blijven zitten, daar op dat terras in Ueno-park. Opgewarmd door de plaid en de vriendelijkheid van de vrouw.

Met Starbucks-plaid


donderdag 3 september 2015

De ontdekking van de Schermer



Vroeger woonde ik op de Mient in Alkmaar. Kenners van de stad weten onmiddellijk dat dit pal naast de waagtoren en het Waagplein is. En op het Waagplein wordt van april tot september elke vrijdag de kaasmarkt gehouden. 
Ik ben geboren in Alkmaar en opgegroeid in de Schermer, een paar kilometer verderop. De kaasmarkt? Daar was ik nog nooit geweest, ook niet toen ik er naast woonde. Toen had ik er juist een hekel aan omdat op die vrijdagen de Mient vol stond - en nog staat - met kraampjes met souvenirs, handwerkjes en kazen. De voordeur openen was al een sport, laat staan je door de langzaam voortbewegende horde toeristen manoeuvreren.

Op nog geen tien minuten fietsen van ons huis in Stompetoren staan "de Drie Molens". Prachtige rietgedekte watermolens in ruste. De twee buitenste molens zijn bewoond en de middelste is de Museummolen. Je komt er van alles te weten: de geschiedenis van de Schermerpolder, hoe een watermolen werkt, en je kunt een kijkje in de molen zelf nemen - "er woonde hier een gezin met tien kinderen". Het is er niet groot, maar verrassend leuk en informatief.

Jaren praktisch naast gewoond en nooit een blik waardig gegund.

En nu? Nu nodig ik mijn Japanse vrienden standaard uit voor een bezoekje aan de kaasmarkt. De eerste keer dat ik naar de kaasmarkt ging keek ik mijn ogen uit. Fantastisch, die honderden kazen uitgestald op het Waagplein en de kaasdragers die met hun berries bijna flamboyant voorbij rennen. Nu leid ik Japanse gasten rond door de oude binnenstad van Alkmaar, drink koffie bij de visbanken en lunch ergens bij de molen van Piet. Rijd ik met ze door de Schermerpolder, stop ik bij de drie molens en verderop bij het oude raadhuisje in Grootschermer. Ik slenter door de straatjes van het prachtige de Rijp. Ja, ook daar is een waag. Niet voor het wegen van kaas, maar van haring en landbouwproducten.


Als de tulpenvelden in bloei staan struin ik de beste plekken af voor prachtige foto's met kleurenstroken tot aan de horizon. Die deel ik vervolgens op facebook en instagram met mijn Japanse volgers, die gretig op de "likes" klikken en bewonderende reacties plaatsen. Ze waren me in mijn jeugdjaren niet opgevallen, de fantastische kleuren van de tulpenvelden. Bij tulpen dacht ik slechts aan de stoffige bedompte bollenschuren waar ik de blaren op mijn handen pelde.

In de meeste Japanse reisgidsen over Oranda (Nederland) staat alles over Amsterdam, Den Haag, Delft en Utrecht. De Zaanse Schans is zo'n beetje het noordelijkste waar men komt en molens bekijkt men standaard in Kinderdijk. Om daar te komen vanuit Amsterdam met het openbaar vervoer ben je twee uur bezig.

Maar binnen een uur vanaf Amsterdam CS kom je op de plek waar je overal molens ziet waar je ook maar kijkt. Niks geen museum of themapark, maar authentieke pittoreske dorpjes en molens waar mensen wonen en werken, te midden van de uitgestrekte weidevelden met koeien, paarden en schapen.

maandag 29 juni 2015

Robots met een "ziel"



Gefascineerd heb ik naar dit filmpje zitten kijken. Prachtig, maar tegelijkertijd ook een beetje beangstigend. De menselijke houding en bewegingen, de precisie.... 

Op 10 mei was er een uitzending van Tegenlicht over  de ontwikkeling van menselijke robots in Japan.( "De robot als mens":  Tegenlicht). Japan loopt hierin ver voorop. 
De stelling van de uitzending is eigenlijk dat wij in het westen robots, en dan vooral de robots die op mensen lijken, eng vinden terwijl men dat in Japan totaal niet vindt. Daar zijn verschillende verklaringen voor, en één daarvan is dat in de Japanse cultuur "levende en niet levende objecten een ziel hebben".  Ziel is alleen niet het goede woord. Wij associëren dat onmiddellijk met iets levends, maar dat is het niet. Een interessante uitleg vond ik die van Naho Kitano, één van de oprichters van het Japanse robotbedrijf Hibot. Het heeft alles te maken met de relatie tussen jou en het object. Kitano verklaart het zo: "Ik noem het "between-ness" - dat wat er tussen zit. Wat ik vind van een ding en de harmonie tussen mij en het ding, dus dat wat er tussen mij en het ding "gebeurt",  definieert de betekenis van het ding." Doordat objecten iets betekenen, hebben ze een soort van "ziel" en verdienen ze ons respect.

Pepper is zo'n menselijke robot, ontwikkeld door Softbank, die zelfs in staat is emoties te herkennen. De eerste robots zijn op 20 juni dit jaar op de markt gebracht in Japan en waren meteen uitverkocht. De prijs is redelijk, voor nog geen €1500 heb je je eigen Pepper-robot in huis.


Een andere prachtige robot is Asimo van Honda. Deze kan veel meer dan Pepper.


 Zo rond dezelfde tijd als de documentaire las ik een interview met een Nederlandse trendwatcher die stelde dat er inderdaad veel robots in de toekomst zullen komen, maar niet daar waar de "menselijke maat" telt. Dus geen billenwassende robot in de gezondheidszorg volgens hem.
Ik denk juist van wel. Kijk maar naar Asimo. Die kan een redelijk volwaardige hulp in de huishouding worden, en in een verpleegsituatie zelfs mensen eten en drinken geven.
Ik denk ook dat door de inzet van robots de gezondheidszorg juist menselijker wordt. De verpleegkundige of verzorger doet niet meer het zware lichamelijke werk, maar hoeft slechts zorg te dragen voor het juist aansturen van robots. Die tillen de mensen uit bed, zetten ze op een toilet dat tegelijkertijd "de billen wast en droogt" (die heb je nu al overal in Japan), tillen ze er weer van af en zetten ze in een (rol)stoel. Meer tijd voor echt contact in plaats van het lichamelijk contact. De relatie tussen verzorger en client wordt daarmee gelijkwaardiger.
Maak kennis met Robear - een robot die in Japan speciaal hiervoor wordt ontwikkeld. Van zachte materialen en met een vriendelijk gezicht. 


Ik vind het mooi om te zien hoe techniek de kwaliteit van het leven verbeteren kan. Dus niet bang zijn voor Pepper, Asimo en Robear, maar ze juist omarmen. Letterlijk. 



woensdag 18 februari 2015

Mandarijnen

"Waarom pel jij je mandarijn vanuit de zijkant?" De vraag van mijn Japanse vriendin kwam onverwacht en ik keek haar verbaasd aan. "Wat bedoel je?" vroeg ik. Ze liet zien hoe zij haar mandarijn pelde - boven vanuit het midden partjes schil naar beneden scheuren, een beetje zoals je een banaan pelt. "Kijk, zo heb ik het er in één stuk vanaf gepeld en ik kan de mandarijn er zo uit halen." En ja, ze tilde de mandarijn uit het kommetje dat ze gemaakt had van de schil.
Het zag er wel leuk uit. "Veel minder troep dan dat jullie er van maken." zei ze.

Ho. Hoorde ik "jullie"?

"Jullie?" vroeg ik. Ze knikte. "Ja, mijn man doet het ook zo, die rommelt met zijn duimnagel een gat in de zijkant. Ik dacht dat dat iets specifieks van hem was, maar later zag ik iemand anders het ook doen en nu doe jij het ook." Ze keek me vragend aan. "Waarom?"
Ik wist oprecht niet wat ik moest antwoorden. Waarom pel je je mandarijn zoals je al je leven lang een mandarijn pelt? "Tja... waarom niét?"

"Jullie Hollanders scheuren de mandarijnenschil aan stukken. Wij pellen het keurig vanuit het midden. Dat is toch veel makkelijker en minder messy."

Ik schoot in de lach. Wij tegen jullie. Cultuurverschillen in het pellen van een mandarijn...
Ze stond op en pakte een andere mandarijn uit de schaal. "Kijk." Ze liet de mandarijn zien."Hier in het midden zit een soort deukje, vanuit dat punt kan je toch makkelijk pellen? Veel makkelijker dan je nagel random in de zijkant zetten."

Ze legde de mandarijn terug en ging weer zitten. "Het is voor mij net alsof je een banaan ook vanuit de zijkant zou gaan pellen. Dat zou jij toch ook raar vinden als iemand dat doet?"
Ik knikte. Dat zou wel raar zijn, ja.

Ik keek van mijn rommelig hoopje schillen naar haar keurige bakje. Ik keek naar Nederland en Japan. Een wereld van verschil.


maandag 2 februari 2015

Massan of het verhaal van whiskey en tranen



NHK, de Japanse NPO, zendt al jaren elke ochtend een dramaserie uit die per aflevering maar een kwartiertje duurt - het begint om 8 uur en is om 8:15 uur afgelopen. Eigenlijk gaat het altijd over het leven van een sterke vrouw. Over de ontberingen die ze heeft geleden, de moeilijke keuzes waar ze voor stond en het geluk dat ze heeft gekend. Een aantal ervan zijn legendarisch geworden en ook de serie die vorig jaar liep, Ama-chan, was immens populair. Hier kan je meer over de geschiedenis van de "NHK asadora" ("asa" = ochtend en "dora" is de afkorting van "dorama" - drama) lezen http://www.nippon.com/en/currents/d00094/

Wij waren rond de jaarwisseling in Japan en ook wij ontkwamen niet aan de "NHK asadora" die op dit moment speelt. Massan. Het verhaal van een jongeman, zoon van een sake-brouwer, die rond 1915 naar Schotland gaat om te leren hoe je whiskey moet maken. Daar ontmoet hij Ellie, een mooie blonde Schotse, ze worden verliefd, trouwen en vertrekken samen naar Japan om daar hun droom te verwezenlijken: de eerste echte Japanse whiskey maken. Hij heet Masaharu, en omdat "Masaharu-san" te lastig is om telkens uit te spreken voor de jonge Ellie, noemt ze hem "Massan".




Het leuke is dat de serie gebaseerd is op een waargebeurd verhaal. De Schotse vrouw heette Rita en niet Ellie, was ook niet blond, maar trouwde wel een Japanner met een droom en ging met hem mee naar Japan. Die Japanner heette Masataka Taketsuru en wordt ook wel de vader van Japanse whiskey genoemd. Dat hij toen de basis heeft gelegd voor een revolutie in whiskey-land bijna een eeuw later werd vorig jaar duidelijk: een Japanse whiskey (van de distilleerderij in Yamazaki die Masataka heeft opgezet toen hij dienst was als "factory manager" bij wat nu het bedrijf Suntory is)  is uitgeroepen tot de beste van de wereld, zeer tot ontsteltenis van de Schotten. Er zijn er nu al een paar, maar er zullen zeker de komende jaren meer Japanse whiskeys in de schappen van de slijterij verschijnen, mark my words.


In de tijd dat we in Japan waren hebben we denk ik twee afleveringen van Massan gezien. Maar in talloze andere TV-programma's doken de hoofdrolspelers en met name de actrice die Ellie speelt, Charlotte Kate Fox, op. Zij schrijft geschiedenis, ze is de allereerste niet-Japanse die een hoofdrol speelt in een NHK drama. Ze is weliswaar niet Schots, maar Amerikaans. Toen ze vorig jaar aan de serie begon sprak ze geen woord Japans. Toevallig dat ik ook een korte documentaire over haar heb gezien in Japan. Daar zie je hoe ze elke dag uren met een Japanse leraar woord voor woord het script uit haar hoofd aan het leren is. Met de juiste uitspraak en de juiste intonatie. Ga er maar aan zitten.


 

Eenmaal terug in Nederland bleek dat we de serie via internet ook konden volgen. www.gooddrama.net is een website met ontelbare Japanse en Koreaanse dramaseries en films - ondertiteld in het Engels. En Massan stond er tussen.
De serie is in september 2014 begonnen en duurt tot maart dit jaar met in totaal 150 afleveringen. De eerste aflevering keken we vlak nadat we terug waren uit Japan toen we om 4 uur 's ochtends klaarwakker van de jetlag al uit bed waren. Uit heimwee wellicht, NHK bij het ontbijt, toch nog een beetje alsof we in Japan waren. Die ochtend keken we meteen zes afleveringen. En daarna elke dag twee, drie. We zijn nu bij aflevering 95.

Het is niet alleen een mooi verhaal over een koppel dat hun droom nastreeft. Er zit ook humor in, soms ook slapstick-achtige humor of humor die wij niet snappen. Het geeft daarnaast een prachtig tijdsbeeld van Japan net na de 1e wereldoorlog, een land in recessie. Het laat zien hoe een westerse vrouw zich staande houdt in een cultuur die haar volkomen vreemd is. Met haar eigen gewoontes die men in Japan niet kent. Zo omhelst ze iedereen, tot grote schrik van vooral mannen. Hier en daar wordt er zelfs een sneer gegeven naar wat nog steeds de traditionele rolverdeling is in Japan - man werkt hard en veel, vrouw kookt en bemoeit zich vooral niet met het werk van haar man. Wat Ellie natuurlijk juist wel doet. En er wordt veel gehuild, van pijn, groot en klein verdriet, van ontroering en geluk. Door iedereen, man en vrouw. Dat is heel Japans, want achter hun masker van alledag zit een heel emotioneel volk.




Misschien is dat wat mij elke keer weer raakt in Japan. Ik kan het niet precies omschrijven, maar het is een soort liefde die je voelt. Niet de romantische liefde, of de liefde tussen ouder en kind, maar gewoon, liefde tussen mensen. Het geheel van vriendschap, respect, oprechte gastvrijheid, het er zijn voor elkaar en het gevoel dat je er toe doet. In de serie soms erg theatraal gebracht, maar toch lopen de tranen mij over de wangen. Net als dat ik elke keer in Japan ook mijn tranen moet wegslikken als er weer iemand hartverwarmend lief is. Maar door Massan weet ik dat ik dat eigenlijk niet hoef te doen. Huilen mag.



maandag 6 oktober 2014

Vrouw en werk in Japan

Een onderwerp wat me interesseert is gendergelijkheid, vrouwen en werk en verdeling werk/zorg. Zowel hier in Nederland als in Japan. Begin dit jaar heb ik een reportage geschreven voor Opzij over vrouwen en werk in Japan.

Traditionele Japanse bruiloftsstoet (Meiji Jingu, Tokyo)


Polderen in Japan 
Vrouw en werk in het land van de rijzende zon.
Gepubliceerd in Opzij februari 2014 issuu link: http://issuu.com/opzijredactie/docs/binder1/6

Eriko Shirakawa (36) is bloemstilist en runt een studio iets ten zuiden van Tokio. Daar geeft ze workshops en exposeert ze haar bloemsierkunst. Ze heeft een druk bestaan, met een online shop, workshops die ze op locatie geeft en decoratieopdrachten voor bruiloften, beurzen en evenementen. Eriko is al dertien jaar getrouwd met Tomohiro (47). Hij heeft een baan als systeem engineer bij een bedrijf en maakt net als Eriko lange dagen. 
"Kinderen hebben we niet. Nog niet." zegt Eriko. "Ik heb het druk met mijn werk en ik doe het met veel plezier. Ik zou het niet willen missen. Maar ik wil uiteindelijk wel een gezin. Eerlijk gezegd weet ik niet hoe we het zouden moeten regelen allemaal, met zijn baan en mijn werk. Dus daar is nog geen knoop over doorgehakt." 
Veel koppels in Japan worstelen met het zoeken naar de balans tussen werk en gezin. Ze stellen het krijgen van kinderen uit of kiezen er voor kinderloos te blijven. Niet alleen is de economische impact onzeker, veel vrouwen weten dat het krijgen van kinderen het einde van hun loopbaan betekent. 
In Japan is de rolverdeling tussen man en vrouw nog steeds erg traditioneel. Vrouwen zorgen voor de kinderen en het huishouden, mannen werken. De gemiddelde Japanse zakenman, ook wel "salaryman" genoemd, werkt meer dan vijftig uur per week en gaat daarnaast nog geregeld met zijn collega's uit eten en drinken. Er blijft weinig tijd en energie over voor relatie, gezin en ontspanning. Van de jonge vrouwen wordt dezelfde toewijding verwacht als zij voor een bedrijf gaan werken. Met een belangrijk verschil: zij komen slechts zelden in een carrièretraject terecht en blijven hangen in ondersteunende, administratieve functies. Want waarom zou je investeren in vrouwen als ze toch stoppen met werken als ze gaan trouwen? 

Marjet Andriesse, vicepresident Randstad Japan, woont en werkt al drie jaar in Tokio. "In Nederland heb ik me professioneel niet beziggehouden met het begrip diversiteit. Maar sinds ik in Japan zit, ben ik er vol ingedoken. Binnen ons bedrijf, maar ook daarbuiten. De situatie is namelijk best schrijnend hier. 75 procent van de universitair geschoolde vrouwen stopt met werken als ze moeder worden. En bijna de helft van hen doet dat niet vanwege de zorg voor het kind. Lange werkdagen, geen carrièrevooruitzichten en ongelijke beloning zijn de belangrijkste redenen. In Japan krijgen vrouwen voor hetzelfde werk 30 procent minder betaald!" 

Toch heeft Japan het op papier op orde. Gelijke behandeling, gelijke beloning, het is allemaal vastgelegd in de wet. Bovendien kunnen zowel mannen als vrouwen die in dienst zijn een vol jaar ouderschapsverlof opnemen, waarbij de helft van het salaris uit de sociale verzekeringspot wordt doorbetaald. Alleen, vrouwen beroepen zich niet op de wet en mannen maken niet of nauwelijks gebruik van hun recht. 
Japan is een land met een zeer rijke geschiedenis en met prachtige tradities. Maar diepgewortelde tradities zorgen ook voor vastgeroeste rolmodellen en een rigide patriarchale bedrijfscultuur. En dat terwijl Japan werkende vrouwen zo keihard nodig heeft. De afgelopen twintig jaar heeft de economie nagenoeg stilgestaan, jonge mensen trouwen niet meer, of stellen, zoals eerder gezegd, het krijgen van kinderen uit vanwege de onzekere situatie. Als gevolg daarvan daalt het geboortecijfer. Japan vergrijst nu zo snel dat in 2040 meer dan één derde van de bevolking ouder dan 65 is. De huidige regering onder leiding van premier Abe heeft emancipatie van vrouwen als prioriteit benoemd en zichzelf ten doel gesteld dat in 2020 30 procent van alle hogere posities in de samenleving door vrouwen ingenomen wordt. Realiteit of utopie?

"Onmogelijk." zegt Yukari Horie hoofdschuddend. Ze is oprichter van Arrow Arrow, een non-profitorganisatie die kleine en middelgrote bedrijven in Tokio adviseert over een goede balans tussen werk en privé en die jonge moeders helpt terug te keren naar hun baan. "Veel Japanse vrouwen missen het zelfvertrouwen om weer te gaan werken na hun bevalling. Het is ook niet makkelijk. Ouders wonen vaak buiten de stad, er is te weinig kinderopvang en de werktijden zijn bizar. Bovendien, als collega's of management vinden dat moeders thuis bij hun kinderen horen, worden die moeders ronduit tegengewerkt. Daar is zelfs een woord voor "matahara" wat "mother harassment" betekent. We begeleiden vrouwen in het jaar dat ze ouderschapsverlof  hebben om hun leven zo in te richten zoals zij dat willen, inclusief een baan na dat jaar. Belangrijk daarbij wel is de medewerking van hun partner - die moet dan wel bereid zijn wat minder te gaan werken. We helpen de jonge moeder en de vader om bijvoorbeeld hun werkgever te overtuigen dat ze met minder uren toch hun werk goed kunnen doen. En als dat lukt, dan zie je dat ook de andere medewerkers, en ook het management, zich realiseren dat het anders kan. Wij gebruiken die voorbeelden dan weer bij andere bedrijven." 
Dat er wel heel veel moet gebeuren om in de komende zeven jaren die 30 procent te gaan halen beaamt ook Marjet Andriesse. "Er zijn geen rolmodellen voor vrouwen in Japan, anders dan die van de ondergeschikte rol als moeder en huisvrouw. Vrouwelijke leiders kent men nagenoeg niet. Meisjes krijgen in hun studie of als ze gaan werken geen enkele begeleiding of handvatten om hun leiderschapskwaliteiten te ontdekken en te ontwikkelen. Daar werken wij als bedrijf wel proactief aan. We hebben 34 procent vrouwelijke werknemers bij Randstad Japan, wat laag is in vergelijking met Nederland (72 procent). 15 procent van hen is afdelingsmanager. Nog steeds en lage score als je het vergelijkt met het mondiale gemiddelde, maar aangezien het percentage voor heel Japan op 4,9 procent ligt, toch een redelijk resultaat."

Foto: Fathering Japan 


Je ziet, heel voorzichtig weliswaar, verandering in de Japanse samenleving. Er is een groeiende groep jonge vaders die zich afzet tegen de overwerkcultuur en traditionele rolverdeling. Ze worden "ikumen" genoemd - vaders die actief betrokken zijn bij de opvoeding van hun kinderen. Het woord is een samenvoeging van het Japanse woord " ikuji" -opvoeden- en het Engelse "man". Er zijn weliswaar nog niet veel ikumen, maar hun populariteit groeit, zeker door de media-aandacht die ze krijgen. 
Ook de overheid ziet in dat ook mannen hun levensstijl moeten veranderen om vrouwen meer kans te bieden op de arbeidsmarkt. Mannelijke ambtenaren worden opgeroepen om gebruik te maken van hun recht op ouderschapsverlof en in 2010 is de overheid het Ikumen Project begonnen. Met informatie, evenementen zoals de Ikumen van het Jaar-verkiezing en netwerken voor mannen die actief betrokken willen zijn bij de opvoeding van hun kinderen. 
Naast het regeringsproject is er ook een particulier ikumen-initiatief: Fathering Japan. Het is een kennis- en netwerkorganisatie, al opgericht in 2006, als reactie op de oververmoeide, norse "salaryman-vader" als stereotype in Japanse kinderliteratuur. "Een vader die lacht zorgt voor blije kinderen." was het motto van de oprichter Tetsuya Ando. 

Hiroki Yoshida, 36 en alleenstaande vader van drie kinderen, is de huidige directeur van Fathering Japan. "Na de geboorte van mijn derde kind werd ik lid. In eerste instantie voornamelijk vanuit professionele interesse, ik werkte als journalist en schreef veel over arbeidsinnovatie. Maar ik was toen ook al ikumen en zorgde voor mijn drie kinderen. In 2012 ben ik gestopt met mijn journalistieke werk en volledig voor Fathering Japan gaan werken. Fathering Japan heeft 350 leden, voornamelijk mannen, maar ook een aantal vrouwen. Wij geven bulletins uit met informatie over het combineren van werk en zorg. Maar ook praktische tips, over opvoeding en gezonde maaltijden bijvoorbeeld. Fathering Japan organiseert regelmatig seminars en workshops voor vaders, al dan niet samen met hun kinderen. Een aantal leden is leraar op de "Papaschool", een cursus voor vaders die een paar keer per jaar wordt gehouden. " Yoshida is daarnaast ook adviseur voor bedrijven, vakbonden en de overheid die inmiddels een goede balans tussen werk en zorg hoog op de agenda heeft staan. 
Yoshida:"Ik zie helaas nog maar weinig veranderingen sinds ik bij Fathering Japan zit. Er zijn best veel jonge mensen die het anders willen, maar het is de bedrijfscultuur die dat proces tegenhoudt. De oudere generatie mannen heeft het voor het zeggen en die wil niet veranderen. Minder werken om voor de kinderen te zorgen is vaak niet bespreekbaar. Japan staat bekend om de trage besluitvorming. Als in een klein bedrijf de directeur persoonlijk toestemming geeft, dan zijn zaken als kortere werktijden zeker bespreekbaar en kan het ook snel toegepast worden. Maar het duurt heel lang bij grote bedrijven voordat iets gerealiseerd wordt, zélfs als de hoogste baas het wil." 

In 2000 verscheen in Japan het boek Oranda no moderu van de hoogleraar Toshihisa Nagasaka. Nagasaka woonde en werkte drieënhalf jaar in Nederland en deed daar inspiratie op voor zijn boek over de manier waarop in Nederland de taken onderling verdeeld worden. Oranda no moderu, wat "Hollands model" betekent, leidde ertoe dat in Japan veel belangstelling werd gewekt voor het Nederlandse poldermodel. Nagasaka pleit er in zijn boek voor dat Japan dit model intensief bestudeert en navolgt. Naar zijn idee is het een van de belangrijkste elementen om werkeloosheid terug te dringen en economische groei te stimuleren. Work sharing is daarvoor het toverwoord, wat in Japan wordt opgevat als: de vrouw krijg de kans wat meer te gaan werken en de man doet een stapje terug. Work sharing en de manier waarop Nederlanders werk en privé combineren is volgens Nagasaka een ideaal model voor geïndustrialiseerde landen die snel vergrijzen. Yukari Horie van Arrow Arrow en Hiroki Yoshida vertellen enthousiast over het model. Zoveel gelijkheid, dat is volgens hen een lichtend voorbeeld waar Japan veel aan kan hebben. 

Nu heeft Nederland weliswaar een van de hoogste percentage werkende vrouwen van de wereld, in een rapport van Grant Thorton van begin 2013 over vrouwen in senior management posities bungelt ons land met 11 procent samen met Japan (7 procent) in de laagste regionen. En hoewel het aantal mannen met een deeltijdbaan toeneemt ( van 10 procent in 2001 naar 14 procent in 2012 - bron CBS), werkt 83 procent nog steeds voltijds. Dit in tegenstelling tot vrouwen waarvan bijna driekwart in deeltijd werkt. Dat is het échte Hollands model. 
Een beetje ironisch is het dus wel, dat ze in Japan Nederland als voorbeeld nemen, terwijl hier de gelijkheid op de arbeidsmarkt nog steeds ver te zoeken is. 
Premier Abe zal hoogstwaarschijnlijk zijn doelstelling voor 2020 - 30 procent van de hogere functies moeten worden ingevuld door vrouwen- niet halen. Maar de boodschap is duidelijk: er moet iets gebeuren. Met de groeiende groep ikumen en initiatieven zoals Arrow Arrow en Fathering Japan zijn de zaadjes voor een gelijke verdeling van werk en zorg in ieder geval geplant.